Vlinderman hangt op een brug in Maastricht Vrijen, dat doe je met twee, waarna hij steeds weer de zetel opzoekt. Iemand in dit gezin moet zitten. Hij houdt al lang geen statistieken meer bij, maar stelt desondanks vast dat het eerder zielig gesteld is met de aandacht van de mensen om hem heen. Enkele seconden verbazen ze hem, maar niet veel langer meer, sedert hij heeft ingezien dat er niet zoveel aan het hele zaakje te veranderen valt. Stupide en morbide, zo omschrijft hij zich tegenwoordig, met iets dat moet lijken op een vage glimlach op zijn gezicht. Hij kijkt haar aan vanuit de woonkamer en vraagt haar niets. Zij moet ook haar aandeel zelf opnemen, denkt hij genoegzaam bij zichzelf.
De dagen verlopen in dezelfde sleur als altijd, alleen korten ze nog steeds, ten voordele van de nachten, die nu het gros van de tijd aanwezig lijken te zijn. Het is niet om veel vrolijker van te worden, maar hij weerstaat vooralsnog de aandrang een touw te grijpen en het systematisch rond zijn nek te draperen om er voor een laatste maal aan herinnerd te worden dat een mens zuurstof nodig heeft om hier te blijven ronddwalen. Er zijn zekerheden in het leven, net zoals het feit dat de doorsnee megasuperster in showbizzland bereid is kinderen te adopteren en vervolgens zijn of haar huwelijk op te blazen om vervolgens vast te stellen dat er ook kinderen bij het hele stinkende zaakje betrokken zijn. Hij neemt een alcoholstift en schrijft zijn naam op de muren, om zichzelf eraan te herinneren wie hij is en om te vermijden dat hij dat ooit zou vergeten. Hij is tenslotte maar een mens van vlees en bloed, met de neiging zichzelf uit het oog te verliezen.