Lentepeinsels
De regelmaat van deze blog laat een onregelmaat vermoeden van de beheerder ervan. En hey how, zo is het misschien ook wel. Heftige strijdtaferelen op werkniveau de afgelopen jaren - gelukkig gestabiliseerd op heden - afgewisseld met je ne sais quoi, en voor je het weet ben je alweer bijna ruim een half jaar verder wanneer je nog eens het album open slaat der digitale mijmeringen. Toegegeven, aangespoord door een mailtje dat er iemand ondanks de doodse gelatenheid op bewuste blog nog eens een reactie heeft geplaatst, zij het voor spam-gerelateerde doeleinden.
Wat zullen we dus nog eens (mee)delen? Dat het frisser is dan gisteren? Dat er gisteren fantastisch gebowld, en uiteraard ook nagebowld, met de collega's. Dat er eergisteren ge-BBQ-d bij de Schone Moeders des levens. Dat er eereergisteren fantastisch ontboezemd en dus het hart weer wat meer verlucht. Dat de dag daar nog voor een zondag bleek. Kortom, dat de dagen zich aaneen blijven rijgen en dat we te alhier daar best wel gelukkig mee zijn. (V)luchtig bestaan, of zoiets. Moet dat (mee)gedeeld met de anderen in deze existentiƫle (v)luchtigheid? Waarom niet. Denken wij dan toch. Ook al hebben we geen tuin, slechts een koertje, slecht(s) onderhouden door ene Kurtje...
Wat zullen we dus nog eens (mee)delen? Dat het frisser is dan gisteren? Dat er gisteren fantastisch gebowld, en uiteraard ook nagebowld, met de collega's. Dat er eergisteren ge-BBQ-d bij de Schone Moeders des levens. Dat er eereergisteren fantastisch ontboezemd en dus het hart weer wat meer verlucht. Dat de dag daar nog voor een zondag bleek. Kortom, dat de dagen zich aaneen blijven rijgen en dat we te alhier daar best wel gelukkig mee zijn. (V)luchtig bestaan, of zoiets. Moet dat (mee)gedeeld met de anderen in deze existentiƫle (v)luchtigheid? Waarom niet. Denken wij dan toch. Ook al hebben we geen tuin, slechts een koertje, slecht(s) onderhouden door ene Kurtje...
lentepeinsels
daar groet het gras groen
achter de pas geschoten scheuten
de mede groeiende ijle spijlen
van een natuurlijk tapijt
overgoten met een scheutje
onvermijdelijke mijten en teken
ergens daarboven in de lucht
een klucht opgevoerd in een regie
van een mater alma zonder mijter
maar met een staf zonder meter
zo straf dat het bijna onmogelijk
het gewoon niet te kunnen vatten
de eremiet overschouwt en denkt
er het absolute zijne van
voelt het ruwe schuren
van zijn rauwe habijt
zelfgekozen milde geseling
in geminnekoosde habitat
waar ontbering zijn deel
of misschien niet helemaal
er is slechts het moment
voor wie er oog voor heeft
maar wat een killer-blik
voor wie er een kijk op
zelfs al ziende blind
F. Vlinderman