Gedicht: gericht dolen door Doel
Deze avond is er een poëzieavond in Den Hopsack (Grote Pieter Potstraat 24 te 2000 Antwerpen) en Vlinderman gaat daarheen om ook zijn stem te verheffen bij al dat onrecht. Maar ook om te verduidelijken dat er nog steeds hoop is. Hoop, dat 'beslissende' mensen de moed hebben om in te zien dat ze niet goed bezig zijn geweest. En hoop, dat doet nog steeds leven...
Frans V.
Verzetting, bezetting, alles met en voor Doel (bron afbeelding: KLIK!)
gericht dolen door Doel
het polderdorp geslacht
offert haar Doelenaars
voor een letter verschil
tot dolenaar zonder huis
op de plek waar de beuk
gezet en uitgewaaid geplet
tegen de weidse vlakte moest
en ook die zal verdwijnen
eens afgegraven valt dan het doek
over een dok waar ooit dat Doel
maar kijk
zo nu en dan triomfeert hij
de dolende doch drieste Doelenaar
bij alweer een glimp van Vrouwe Justitia
doorheen de kieren van haar blinddoek
op de waanzin van wat eens beslist
nooit meer onbeslist omdat het water
te diep, veel te diep en dat ondanks
enkele kilometers verder wat enkeling
geen Westerschelde nog dieper wil
het onzin zou dit dorpse Doel toch
met maanden vol rijp in het verschiet
staan meer en meer de mensen op
over de grenzen heen één idee
om de vooruitgang vóór terwille
hun schouders onder nieuwe kunst
op restanten van kersverse ruïnen
omdat vaak alleen die kunst
het kent van ons met geld
dat toch altijd rollen zal
en dus
geef ons tijd, Hoge Heren
geef ons ruimte, gehavende Farizeeërs
geef ons terug, al is het maar voor even
in bruikleen, onze huizen
ter bewerking, onze landerijen
ter aanmering, onze Scheldeoever
bezint, gij die beslist
en herbegint
samen met ons
het polderdorp geslacht
offert haar Doelenaars
voor een letter verschil
tot dolenaar zonder huis
op de plek waar de beuk
gezet en uitgewaaid geplet
tegen de weidse vlakte moest
en ook die zal verdwijnen
eens afgegraven valt dan het doek
over een dok waar ooit dat Doel
maar kijk
zo nu en dan triomfeert hij
de dolende doch drieste Doelenaar
bij alweer een glimp van Vrouwe Justitia
doorheen de kieren van haar blinddoek
op de waanzin van wat eens beslist
nooit meer onbeslist omdat het water
te diep, veel te diep en dat ondanks
enkele kilometers verder wat enkeling
geen Westerschelde nog dieper wil
het onzin zou dit dorpse Doel toch
met maanden vol rijp in het verschiet
staan meer en meer de mensen op
over de grenzen heen één idee
om de vooruitgang vóór terwille
hun schouders onder nieuwe kunst
op restanten van kersverse ruïnen
omdat vaak alleen die kunst
het kent van ons met geld
dat toch altijd rollen zal
en dus
geef ons tijd, Hoge Heren
geef ons ruimte, gehavende Farizeeërs
geef ons terug, al is het maar voor even
in bruikleen, onze huizen
ter bewerking, onze landerijen
ter aanmering, onze Scheldeoever
bezint, gij die beslist
en herbegint
samen met ons
Frans V.