Ik hou van B + gedicht
Een tijd terug woonde ik nog in Vleminckveld, een straat ergens aan de Oudaen. Toen mocht ik me Antwerpenaar noemen. Tegenwoordig resideer ik in de Kroonstraat in Borgerhout. Dacht dat ik mij nog altijd Antwerpenaar mocht noemen. Er hangt zelfs een A aan mijn sleutelbos. Dan denk je, met trouwplannen in het hoofd die smeken om uitvoering, dat het Schoon Verdiep wel een leuke plek zou zijn voor het mooiste woord aller tijden (dankjewel, Pom, ik blijf je gelijk geven). Vandaag trokken Nip en haar aanstaande Vlinderman dus naar 't Stadhuis om één en ander te checken. Wat blijkt? Geen Schoon Verdiep voor ons, want geen Antwerpenaar district-gewijs bekeken. Het deed me wel wat.
Milliseconden na die kleine koude douche stond het voor mij al vast. Ik hou niet meer van A. Ik hou vanaf nu alleen nog maar van B. Voor Borgerhout. Het is daar immers prettig wonen, de buurten kleuren steevast vol cultuur én het districtshuis is meer dan de moeite waard. Voilà. Trouwens, vandaag zijn we bij de burgerlijke stand in Borgerhout langsgegaan om ons huwelijk vast te laten leggen...
Frans Vlinderman
Milliseconden na die kleine koude douche stond het voor mij al vast. Ik hou niet meer van A. Ik hou vanaf nu alleen nog maar van B. Voor Borgerhout. Het is daar immers prettig wonen, de buurten kleuren steevast vol cultuur én het districtshuis is meer dan de moeite waard. Voilà. Trouwens, vandaag zijn we bij de burgerlijke stand in Borgerhout langsgegaan om ons huwelijk vast te laten leggen...
waterschaarste
ze draaien lange dagen
met hun werkeloze vingers
die van armoe stukgebeten
verveeld de tafel verkennen
waaraan de laatste goede maaltijd
al veel te lang geleden
in de loden middagzindering
geen spoor van een belofte
dat het misschien zal regenen
het enig vocht allicht het zweet
uit ieders doffe ellende geperst
met achterlating van wat uitputting
en berusting onder gezouten stof
de woestijn groeit verder
vruchtbaar door het leed
dat ze uitgemergeld neemt
tot basis voor haar bestaan
terwijl in Nederland de dijken
haast bezwijken onder 't nat geweld
ze draaien lange dagen
met hun werkeloze vingers
die van armoe stukgebeten
verveeld de tafel verkennen
waaraan de laatste goede maaltijd
al veel te lang geleden
in de loden middagzindering
geen spoor van een belofte
dat het misschien zal regenen
het enig vocht allicht het zweet
uit ieders doffe ellende geperst
met achterlating van wat uitputting
en berusting onder gezouten stof
de woestijn groeit verder
vruchtbaar door het leed
dat ze uitgemergeld neemt
tot basis voor haar bestaan
terwijl in Nederland de dijken
haast bezwijken onder 't nat geweld
Frans Vlinderman