Deze blog - op eigen risico reageren

Hier deelt Vlinderman af en toe wat gedachten en gedichten.

woensdag 16 juli 2008

over dichters en andere onzin

Het is me weer maar eens opgevallen, hoeveel nijd en afgunst er kunnen heersen tussen dichters onderling. Niet altijd gefundeerd op objectieve feiten, maar meer iets van net achter het vel. Er zijn exemplaren bij die, mochten ze het kunnen, de andere en dus vijandige dichter letterlijk het lot van een openbare steniging laten ondergaan, om daarna hun grote gelijk van de daken te debiteren. Waaruit dat grote gelijk dan zou moeten bestaan, dat is een paar andere mouwen. En gelukkig zal het ook nooit zover komen. Iedere dichter bekijkt immers de wereld door de ogen die hij of zij in het hoofd heeft hangen en verwoordt van daaruit wat is opgevallen. Liefst in een poëtische vers of drie, om maar een voorbeeld te noemen.

Voorbeelden van dergelijke dichters ga ik u besparen, maar dat ze bestaan, dat zult u moeten proberen op mijn woord te geloven. Omdat ik er al mee in aanraking gekomen ben, omdat er nogal wat stevig invliegen om Bibi als een onwaarschijnlijke idioot af te schilderen, omdat hij niet 'waarachtig' zou zijn. Omdat zij degenen zijn die vinden dat je je eerst moet wentelen in de diepste krochten van ziel en aards bestaan, vooraleer je je daar over mag uitspreken. Ziet u al voor u de verbazing op het gelaat van mensen, als je durft stellen dat deze dichter wérkt? Ik vind het onwaarschijnlijk dat zoiets een afbreuk zou doen aan mijn (al dan niet, dat laat ik in het midden) poëtische bijdragen! Een échte dichter moet dus werkloos zijn (een erkenning als invalide om wat voor reden dan ook is trouwens eveneens acceptabel voor de dichtersstatus), moet kunnen schrijven/dichten in onbegrijpelijke frasen of ontiegelijk lang kunnen dralen in de wereld der bestudeerde stilstanden (wat dat ook moge betekenen), moet lak hebben aan het volk dat hem ondersteunt, er sjofel bij lopen en oh ja, voor ik het vergeet, moet kunnen bogen op een verslaving of twee, drie, om u tegen te zeggen. Als kers op de taart moet de vrij-gezellige dichter uiteraard, en wie durft dat nu tegen te spreken, een onwaarschijnlijke slag van de molen gekregen hebben, om zo te kunnen komen tot al even onwaarschijnlijke ideeën, die hem dan weer in staat stellen tot het neerkwakken van de meest (ver)gezochte stellingen.

Deze dichter hier is echter anders. Het is maar dat u het weet.

ietwat verhuld

hij dacht al
een beetje koud
deze zomer, wie wil er
een klein beetje stoken

ligt hij op zijn wenken bediend
gaar te staren naar het narrige
van groot en klein en middelmatig
vingers zomaar door de snor
een Antwerpse met resten
van de Laatste Maaltijd

verstopt

hij zwijgt uiteraard
omdat hij zwijgen moet
anders zou er te veel
te vroeg, te laat dan ook
en wie wil dat in een land
waar gevraagd wordt naar
mensen, wie vertrouwt ze nog?

Frans V. aka François Papillon-Mâle

Blogarchief