0110 + gedicht
Gisteren was het een jaar geleden dat we met zo'n 175.000 op bezoek gingen bij één van de 0110 concerten. Terwijl gisteren ook het assisenproces tegen de jongeman die daar (in)direct aanleiding toe gegeven heeft door als een volleerde waanzinnige wat wild-vreemde mensen af te schieten in onze Schone Stad en daarbij zelfs geen kleine uk ontzag, van start ging. Symbolisch vind ik dat.
Maar bon, ik wilde het even hebben over de gevolgen van die concerten. Zeker, we waren met velen, en zeker, het signaal was klaar en duidelijk, maar is er nu ondertussen zoveel veranderd? Kunnen we spreken van een mentaliteitswijziging? Hoe meer vragen ik stel, hoe minder bevredigend de antwoorden die ik er op zou kunnen formuleren. Elke dag staat het nieuws bol van feiten van onverdraagzaamheid, van discriminatie, van ergernis. Overal dezelfde klachten, hetzelfde gezeur. Gelukkig hoor ik minder en minder hoeveel beter het vroeger wel niet was. Of misschien ben ik selectief doof aan het worden, wat natuurlijk ook altijd kan.
Ik herinner mij in ieder geval nog het tempeest dat ons een jaar en een dag geleden gegeseld heeft, terwijl de muzikanten verder bleven optreden. En daarna de mensen, zoals ze in de vroege avond in alle mogelijke wassalons broederlijk en zusterlijk naast elkaar soms ontbloot tot op hun ondergoed hun kleren lieten drogen, om toch maar terug te kunnen keren naar het vervolg van het programma. Dát was nog eens een echt signaal: dat men ongedwongen met en naast elkaar kan staan als er een gemeenschappelijk doel is. Misschien mis ik dat nog het meest, zo een gezamenlijk project.
Bwa, mijmer de mijmer, ik moest het even kwijt.
© Frans Vlinderman
Maar bon, ik wilde het even hebben over de gevolgen van die concerten. Zeker, we waren met velen, en zeker, het signaal was klaar en duidelijk, maar is er nu ondertussen zoveel veranderd? Kunnen we spreken van een mentaliteitswijziging? Hoe meer vragen ik stel, hoe minder bevredigend de antwoorden die ik er op zou kunnen formuleren. Elke dag staat het nieuws bol van feiten van onverdraagzaamheid, van discriminatie, van ergernis. Overal dezelfde klachten, hetzelfde gezeur. Gelukkig hoor ik minder en minder hoeveel beter het vroeger wel niet was. Of misschien ben ik selectief doof aan het worden, wat natuurlijk ook altijd kan.
Ik herinner mij in ieder geval nog het tempeest dat ons een jaar en een dag geleden gegeseld heeft, terwijl de muzikanten verder bleven optreden. En daarna de mensen, zoals ze in de vroege avond in alle mogelijke wassalons broederlijk en zusterlijk naast elkaar soms ontbloot tot op hun ondergoed hun kleren lieten drogen, om toch maar terug te kunnen keren naar het vervolg van het programma. Dát was nog eens een echt signaal: dat men ongedwongen met en naast elkaar kan staan als er een gemeenschappelijk doel is. Misschien mis ik dat nog het meest, zo een gezamenlijk project.
Bwa, mijmer de mijmer, ik moest het even kwijt.
jong van hart
onder geen beding
aan de ketting, ze zweren bij
't aanroepen van eender welke God
dat zij de eersten zullen zijn
de wereld om te vormen
tot het lang beloofde paradijs
niet fiscaal, maar voluntair
de knip van de lach van
het moment te grijpen
dra het zich aangeboden
alweer rept om te verdwijnen
in de coulissen van het geheugen
voor eeuwig ongrijpbaar geworden
het zijn de kinderen
van hun eigen tijd die
dromend durven spreken
van we zijn met velen, wij
en horen zullen zij
die eerder doof
steeds stiller
tot de dood
en verder
onder geen beding
aan de ketting, ze zweren bij
't aanroepen van eender welke God
dat zij de eersten zullen zijn
de wereld om te vormen
tot het lang beloofde paradijs
niet fiscaal, maar voluntair
de knip van de lach van
het moment te grijpen
dra het zich aangeboden
alweer rept om te verdwijnen
in de coulissen van het geheugen
voor eeuwig ongrijpbaar geworden
het zijn de kinderen
van hun eigen tijd die
dromend durven spreken
van we zijn met velen, wij
en horen zullen zij
die eerder doof
steeds stiller
tot de dood
en verder
© Frans Vlinderman