Gedicht: mens in schaamte
Een dichter rest soms een stuntelig stukje taal, als zijn woorden niet willen komen om te verhalen over het gedachte, zowaar de gedachte ondergeschikt aan het zijn en de wil in handen van een ander. Wat dan volgt lijkt dan niet van hemzelf, is hem ontsnapt nog voor hij het zich eigen kon en toch, toch staat er dan weer zijn naam onder. Waarmee gesteld moet worden dat het zijn stuntelwoorden waren. Zijn.
Frans V.
mens in schaamte
in zwart fluweel vlei ik me
het hoofd te zwaar geworden
om nog recht en geheven
dit leven in de ogen te zien
als zou er een antwoord
één omdat er ergens begonnen
moest ook twee dan
om het begin
geen einde te laten
is hij verder gegaan
mijn geloof aan stukken
dat wij allen toch
ergens goed zolang
er maar diep genoeg
gezocht
niet aan mijn deur
onlangs de droeve bel
niet in mijn oor
de mare van eeuwige smart
noch in mijn dorp
waar soms toch stormen
maar in mijn hart
zuiver en feilloos
gewond vlei ik me
moedeloos het hoofd
het predicaat van
medemens erop
gebrand
in zwart fluweel vlei ik me
het hoofd te zwaar geworden
om nog recht en geheven
dit leven in de ogen te zien
als zou er een antwoord
één omdat er ergens begonnen
moest ook twee dan
om het begin
geen einde te laten
is hij verder gegaan
mijn geloof aan stukken
dat wij allen toch
ergens goed zolang
er maar diep genoeg
gezocht
niet aan mijn deur
onlangs de droeve bel
niet in mijn oor
de mare van eeuwige smart
noch in mijn dorp
waar soms toch stormen
maar in mijn hart
zuiver en feilloos
gewond vlei ik me
moedeloos het hoofd
het predicaat van
medemens erop
gebrand
Frans V.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten