Gedicht: stadskroegje
Via een vriend op Facebook kwam ik bij dit muziekfragmentje uit en dan zoekt Vlinderman daar gewoon een gedichtje bij, eentje dat misschien past, misschien ook niet. Dat heb je nu eenmaal met mensen, je kan nooit helemaal in hun hoofd kijken. Laat ik het maar een streepje nostalgie noemen op deze warme herfstdinsdag ;-)=
Frans V.
stadskroegje
op en neer gaan ze
kopjes vol gekir en
gekoer op het koertje
van een ouwe kroeg
waar grijs en bruin
samen potten klinken
vijftien man en
de tanden te tellen
op één hand brullen ze
bij elke blauwe bak
hun ivoren stompjes bloot
oud ja, maar niet versleten
kunnen ze fel van leer
hele riedels blazen
op hun verrookte vingers
bij het voorbijflaneren
van een vrouwenlijf
het lef, de deerne
durft, hun hart
het slaat over
de radio sputtert
de mannen drinken
en kaarten de dag
is zo weer om
op en neer gaan ze
kopjes vol gekir en
gekoer op het koertje
van een ouwe kroeg
waar grijs en bruin
samen potten klinken
vijftien man en
de tanden te tellen
op één hand brullen ze
bij elke blauwe bak
hun ivoren stompjes bloot
oud ja, maar niet versleten
kunnen ze fel van leer
hele riedels blazen
op hun verrookte vingers
bij het voorbijflaneren
van een vrouwenlijf
het lef, de deerne
durft, hun hart
het slaat over
de radio sputtert
de mannen drinken
en kaarten de dag
is zo weer om
Frans V.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten