belevenissen + gedicht
Het leven 'kabbelt' verder, ook na het voorbije weekend. Op het werk is het drukker dan ooit. Hopelijk vindt 'den baas' nog ergens een toekomstige collega, anders vrees ik voor nogal wat problemen in de niet zo verre toekomst. Als je van een bezetting van een administratieve cel van 5 mensen terugvalt op 3 én het werk is vermeerderd doordat er afdelingen uitgebreid annex bijgekomen zijn, dan lijkt dit wel voor zich te spreken. Affin, 'den baas' heeft gezegd dat hij 'er eens naar ging kijken'... Hout vasthouden dan maar, in de hoop dat hij ook wat 'ziet'.
Sedert gisteren ben ik terug gestart met mijn schoolopleiding. Het is een beetje vreemd: doordat de opleiding die ik volg, opgebouwd is volgens het module-principe, vind ik mezelf terug in drie jaren, waar ik telkens een stukje volg. Best grappig ook, want van jaren twee en drie ken ik al wel mensen, maar niet van het eerste jaar. Die mensen kijken dan weer dwars door me heen, terwijl er in het tweede jaar toch gepolst wordt naar wie ik ben en wat ik daar nou helemaal kom doen. Tsja, noem me maar de toerist die op eigen tempo een opleiding afwerkt.
Een lezersbrief in de krant van gisteren en de reacties daarop in de krant van vandaag leverden dan weer inspiratie op voor onderstaand gedicht. Een man reageerde verbolgen nadat hij gemerkt had hoe weinig iemand met een standje van de Kankerliga kon verkopen aan voorbijgangers. De wereld getroffen door een epidemie van egoïsme, je ziet de kop zo voor je. Enkele namen de moeite om hem van antwoord te dienen. Dat er ook mensen bestaan die niet iets kopen, maar gewoon en eerder anoniem wat overmaakten via hun rekening. En of die man er zo al eens over gedacht had. Van hem weet ik het niet, ik kijk enkel naar mezelf.
© Frans Vlinderman
Sedert gisteren ben ik terug gestart met mijn schoolopleiding. Het is een beetje vreemd: doordat de opleiding die ik volg, opgebouwd is volgens het module-principe, vind ik mezelf terug in drie jaren, waar ik telkens een stukje volg. Best grappig ook, want van jaren twee en drie ken ik al wel mensen, maar niet van het eerste jaar. Die mensen kijken dan weer dwars door me heen, terwijl er in het tweede jaar toch gepolst wordt naar wie ik ben en wat ik daar nou helemaal kom doen. Tsja, noem me maar de toerist die op eigen tempo een opleiding afwerkt.
Een lezersbrief in de krant van gisteren en de reacties daarop in de krant van vandaag leverden dan weer inspiratie op voor onderstaand gedicht. Een man reageerde verbolgen nadat hij gemerkt had hoe weinig iemand met een standje van de Kankerliga kon verkopen aan voorbijgangers. De wereld getroffen door een epidemie van egoïsme, je ziet de kop zo voor je. Enkele namen de moeite om hem van antwoord te dienen. Dat er ook mensen bestaan die niet iets kopen, maar gewoon en eerder anoniem wat overmaakten via hun rekening. En of die man er zo al eens over gedacht had. Van hem weet ik het niet, ik kijk enkel naar mezelf.
losse standjes
zonder verplichting
hij loopt doelbewust
de straat af, in zijn hand
een pakje kaarten voor later
bij gelegenheid te zenden
als troost of gewoon zomaar
tekent hij niet alleen
er staat een liga vermeld
op de achterkant
statig afgedrukt
zijn steun te tonen
voor een euro op overschot
dan maar welbesteed
wat meer zou hij
kan hij, wil hij wel
zijn penning der weduwen
en niets meer dan dat
wordt er nooit over gezegd
de stille weldoener
woont hier om de hoek
zonder verplichting
hij loopt doelbewust
de straat af, in zijn hand
een pakje kaarten voor later
bij gelegenheid te zenden
als troost of gewoon zomaar
tekent hij niet alleen
er staat een liga vermeld
op de achterkant
statig afgedrukt
zijn steun te tonen
voor een euro op overschot
dan maar welbesteed
wat meer zou hij
kan hij, wil hij wel
zijn penning der weduwen
en niets meer dan dat
wordt er nooit over gezegd
de stille weldoener
woont hier om de hoek
© Frans Vlinderman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten