Deze blog - op eigen risico reageren

Hier deelt Vlinderman af en toe wat gedachten en gedichten.

maandag 20 november 2006

tristesse

hij flierefluit een goed humeur aan
zijn onderlip echter lepelt
elke oneffenheid van de vloer
die daar ligt, op de loer
voor iedere gelegenheid
hem een hobbel onderweg te zijn

in zijn nabijheid
alom ter tijd
bloeden alle bloemen
strómen de blaadjes
om enkel te verwelken
in zijn eenzaam paradijs
van sip en neergeslagen

een vogel triest in de olie
ook al ademt hij nog in en uit
het is al tevergeefs
hij kan het niet hier
gewoon maar leven

zaterdag 18 november 2006

Antwerpen slamde eerste voorronde en de winnaar is…..

In zeven haasten organiseerden Stichting Zondag, (lees: Sacha de Bakker), en Stichting Pipelines (lees: Muzeval) de eerste voorronde van de eerste Antwerpse Poetry Slam die door ging in de Rivier, een uiterst gezellige kelder onder een uiterst gezellige boekenzaak, de Groene Waterman.

Deels door de ervaringen in Nederland, deels door de ervaringen in West-Vlaanderen werd door de organisatie beslist om alle voorrondes op dezelfde manier en onder dezelfde voorwaarden te laten verlopen. Iedereen, ongeacht het aantal deelnemers, krijgt twee maal drie minuten. Drie finalisten krijgen dan nog eens elk vier minuten. De voordrachten worden getimed. Een deel van de jury zal op elke voorronde aanwezig zijn, een deel zal vrij ingevuld worden en er is een moderator die op alle besprekingen aanwezig zal zijn. Juryleden mogen ook niet meer aan andere voorrondes deelnemen en deelnemers mogen elders nog een tweede kans wagen maar geen derde. Het jureren zelf gebeurt in twee delen: punten voor de inhoud, punten voor de performance. En zo gingen we van start.

Er was weinig publiek wegens geen tijd nog veel reclame te kunnen maken voor deze avond, maar wie er was, is niet gaan lopen. De zes deelnemers: Philippe Van Beek, Nico Rubens, Antistresspoweet Erwin Van Massenhove, Sammy De Burghgraeve, Chris Van de Rijck (dan toch een vrouw) en Frans Vlinderman.

Philippe Van Beek gaf een schitterende inhoudelijke voordracht wat unaniem op die manier door de jury werd ervaren, maar verknoeide alles door haast als een standbeeld op de planken te staan en alles op hetzelfde toontje voor te lezen. Zijn ogen strak op zijn blad gericht, vreesden wij dat hij nooit het rode knipperlicht zou zien wat hem duidelijk moest maken dat zijn tijd ver om was. Hij keek net op tijd even op en presteerde het zelfs om op exact 3 minuten te eindigen. Over timing gesproken! Hij kreeg er een hartelijk applaus voor.

Nico Rubens zijn teksten waren grappig maar de humor was eerder geschikt voor jeugdhuizen met jeugdpuistjes dan voor een volwassen publiek. Als hij daar nog wat aan werkt zal hij nog ver geraken. Zijn performance had goed kunnen zijn, zelfs heel goed, maar hij verknoeide ze door wel zijn woorden te bespelen maar niet zijn publiek waardoor hij bij iedereen heel wat punten verloor.

De antistresspoweet oftwel Erwin Van Massenhove en de man achter de Nacht van de Powezie, zag en voelde in zijn eerste ronde haast alle kanten van het podium. Eerst struikelde hij bij het betreden ervan en kleefde zowel tegen de grond als tegen de muur achteraan, nadien maakte hij zulk een grote sprong dat zowel jury als toehoorders vreesden dat hij met een gebroken schedel zou moeten afgevoerd worden. Maar zijn performance en zijn teksten mochten er wezen. Zijn lange tekst haast helemaal uit het hoofd kennende bespeelde hij zijn publiek op sublieme wijze en iedereen kleefde dan ook geboeid aan zijn lippen.

Chris Van de Rijck een ietwat oudere dame nam niet alleen voor de eerste keer deel aan een wedstrijd maar stond bovendien nog nooit op een podium. Je moet het maar doen om dan tussen al die geroutineerde rotten even je ding te komen doen. En haar ding deed ze. Intonatie en correcte uitspraak, beweeglijkheid en qua inhoud totaal anders dan haar voorgangers maar sterk genoeg om op een half puntje na de finaleronde niet te halen. Ook de andere dichters kwamen haar na afloop feliciteren en met nog wat oefening zal zij zeker ooit doorstoten naar een finale. We hebben haar met plezier dan ook de free podia van de Muzeval en Stichting Zondag aangeboden om ervaring op te doen en zij heeft ons beloofd daar dankbaar gebruik van te maken. Zij zal dus niet even snel verdwijnen als zij gekomen is.
Sammy De Burghgraeve was verrassend goed in de eerste twee rondes. In tegenstelling tot zijn performance tijdens de Nacht van de Powezie, hield hij het door een verandering in de manier waarop hij zijn teksten droeg allemaal netjes binnen alle grenzen van het goed fatsoen, kunstte hij op ludieke en amusante manier met zijn woorden en bracht meteen ook nog een boodschap over. Hij was duidelijk de favo van de toehoorders.

Frans Vlinderman zorgde voor de verrassing van de avond. Terwijl hij in Koksijde poëet was, was hij nu niet alleen poëet, hij leefde en hij slamde en hield én met sterke teksten én met de manier waarop hij voordroeg, een stomverbaasde jury aan hun stoelen gekluisterd. Iemand groeit, maar zo groeien op zulk een korte tijd, daar mag menige hoed voor afgedaan.

En toen was het tijd om de finalisten te gaan kiezen en trokken we eerst naar boven om een broodnodige sigaret te roken voor we ons weer in de kelders terugtrokken, de keuken even herschikten om dan aan de deliberatie te beginnen. En de verrassing was groot toen de punten één voor één aan de moderator werden doorgegeven en het hoe langer hoe duidelijker werd dat alle juryleden het over elke performer gewoon volledig eens waren. Opluchting toen bleek hoe objectief er gejureerd werd en het duurde dan ook geen kwartier om te weten dat de antistresspoweet, Sammy De Burghgraeve en Frans Vlinderman naar de finale waren doorgestoten. Voor aanvang van de finale lichtte Sacha de afvallers toe welke punten heel sterk waren in hun performance en welke punten zwakker waren. We wilden hen dat meegeven voor latere optredens en dit werd in dank aanvaard door iedereen.

De antistresspoweet beet de spits af en ook al bleven zijn teksten sterk, hij verknoeide een deel van zijn performance door zijn uitspraak te veranderen en hoe langer hoe meer op zijn ggggggggij’s begggggon te spreken. Dit kostte hem bij alle juryleden een paar punten aan de performance kant.

Frans Vlinderman begon slecht. De teksten waren goed maar zijn performance was ergens samen met de Rivier naar buiten gestroomd tot… hij zijn laatste gedicht even deed, de twee andere finalisten bleek deed worden door de kracht en de manier van zijn performance en de jury weer heftig aan het schrijven zette. Wat hij in het begin aan punten verloor maakte hij dan ook grotendeels goed met zijn afscheid. Het bleef gewoon even nazinderen.

Sammy De Burghgraeve verknoeide gewoon zijn laatste optreden. Hij verviel in Stand Up Comedy in plaats van Slam, was respectloos en uitdagend naar zowel publiek als jury toe en verloor punt na punt na punt.

De deliberatie achteraf in de keuken duurde amper vijf minuten. De meningen en punten waren zo gelijklopend dat er zelfs niet meer moest over gesproken worden. Sammy eindigde derde, Frans Vlinderman tweede en de Antistresspoweet won de voorronde, kreeg een boekenbon van 25 euro en was verbaasd maar ook gelukkig. Zowel hij als Frans zitten dus al in de Antwerpse Finale die zal doorgaan op 14 februari.

Voor de Nederlanders die dit lezen. Jullie zijn welkom op de volgende voorrondes. Inschrijven kan heel binnenkort via www.stichtingzondag.be. De eerstvolgende voorronde, dat geef ik al mee, zal doorgaan op 7 december in restaurant Bazilicum, Verschansingsstraat, Antwerpen (het restaurantje naast de Muziekdoos waar de maandelijkse Muzeval doorgaat)

Kaatje Wharton.

donderdag 16 november 2006

Nacht Van De Powezie

Afgelopen zaterdag was het in Antwerpen opnieuw de beurt aan Nacht Van De Powezie. Erwin, onze Antistresspoweet, was er voor de tweede maal in geslaagd ettelijke tientallen dichters van over de hele wereld bijeen te brengen. Een ongedwongen feestje, zo noem ik het graag. Ik zag oude bekenden terug, zoals Pom Wolff, Luk Paard, Xavier Roelens, en kon kennis maken met Gijs Ter Haar, ene Nguyen uit Vietnam, Barry Fitton, Peter Waugh, ja, ik maakte zelfs kennis met iemand uit London, die een Poetry Library al rondreizend promootte, Sara heette ze, en ze is bij Nip en mij blijven overnachten tot maandag.

Wat me vooral opgevallen is, dat is de verscheidenheid in zowel stijl als acte de présence van al die dichters en dichteressen. Ieder doet zijn eigen ding, legt eigen accenten. Waar de ene het allemaal uit zijn hoofd doet, wil de ander gewoon voorlezen uit zijn of haar werk. Moet je soms je oren spitsen, dan moet je soms ook je oren bedekken. Noord en Zuid, Oost en West, maar één ding had iedereen gemeen: poëzie noemen ze het. Stuk voor stuk. En wat meer is poëzie dan een persoonlijk uitdrukken in non-proza van eigen ervaringen of overtuigingen? Zo breed gaat dat dus voor mij. En moeilijke of simpele woorden daarbij gebruiken, maakt voor mij geen verschil uit. Poëzie is van iedereen, meer nog, voor iedereen. Die dat wil.

groet,


Frans V.

woensdag 15 november 2006

Slam! Die had ik!

Er was Koksijde, voorronde van de Westvlaamse gedichtenslag. Ooit was er ook Kassa 4, voorronde van een slam die zijn finale zou kennen in Leuven. Twee maal deelgenomen, twee maal noppes. Feiten die te bespreken waren met Nip, mijn toekomstige wederhelft. En dan ging het over mijn gedichten en over mijn (on)vermogen tot slammen. Mijn gedichten lenen zich er niet toe, ik ben te stijf, mijn voordraagstijl is te deftig en zwaar.
Nu is er een voorronde in Antwerpen. Van een slamwedstrijd. En ik twijfelde. Zou ik meedoen, of doe ik het niet. Want er is wat van waar, ik schrijf geen gedichten die een slam waardig zijn. Teveel laagjes, zeg maar. En niet slammend genoeg. Stel ik mij de vraag: 'Heeft klassieke dichterij dan geen recht op een slamwedstrijd?' Het antwoord kwam snel. 'Nee, slammen is iets nieuw, en jij schrijft klassiek.' Nou, daar zat ik dan. Om het dus officieel te krijgen, doe ik vrijdag aanstaande mee. Is het dan niet om te slammen, dan toch om gedichten te brengen van de oude stempel. Bon, we zien wel.

Frans V.

dinsdag 14 november 2006

K's meubilair

Ja, hier sta ik dan. Meer nog, hier sta ik al jaren. Mijn poten zijn het gewend mijn gewicht te dragen, maar soms voel ik me best wel moe. Dan wil ik gaan liggen, even rusten, bekomen van al die jaren dat ik reeds sta. Maar dat gaat dus niet. Nee, ik moet blijven staan. En wat erger is, ik moet jullie verdragen. Jullie, met je opgeblazen achterhanden, die jullie steeds weer op me neer doen ploffen. En jullie gehang, ik wordt er soms niet goed van. Moet er dan een handleiding voor me geschreven worden, soms? Zoiets met afbeeldingen en nummertjes en dan in dertien talen? Maar ik mag eigenlijk niet klagen, er zijn vrienden van me die het harder te verduren krijgen. Vrienden met één poot en vijf wieltjes bijvoorbeeld. Wat ze daar allemaal mee uitspoken (‘meewarig schudden met het hoofd’). Nee, ik mag niet klagen. Trouwens, dat zijn geen echte ‘vrienden’ in de ware zin van het woord. Dat zijn artificiële bedenksels van wat ik werkelijk ben.

Zie mij hier immers staan (‘uitdagend pronken met lijf en leden’). Zoiets als mij, dat kom je toch niet veel meer tegen, is het niet? Kijk me toch dat robuuste lijf aan, een parel van de schepping, het toppunt van vakmanschap! Ik hoor hier thuis, hier mag ik staan! En dus blijf ik hier staan! Hoe dat zo gekomen is? Om de tijd te doden en wat meer mezelf te worden, heb ik leren stilstaan. Je hoort het goed, om vooruit te raken, moet je inderdaad stil kunnen staan. Zowel letterlijk als figuurlijk, dat spreekt voor zich. Ik heb mensen zien komen en mensen zien gaan. Ongelukkige mensen, gelukkige mensen, dwaze mensen, zielige mensen, wanhopige mensen, kleine mensen, grote mensen, jonge mensen, oude mensen, je noemt het maar op. En allemaal heb ik ze wel minstens één keer opgevangen. Dat hoort zo, dat is mijn stiel. Mensen opvangen. En ik kwijt me van mijn taak, het is mijn lotsbestemming. En ondertussen sta ik stil. (‘roerloos staan, enkel met van links naar rechts bewegende oogballen kijken’) Ik beweeg me niet. Ik sta en houd me recht. Liefst kaarsrecht. En ik volg het spoor van de tijd, doorheen de dag, doorheen de nacht. En als het licht aangaat, weet ik dat mijn taak weer op me wacht en dat ik er klaar voor sta. Wat is het zalig te weten dat je je taak zult kunnen volbrengen waarvoor je in de wieg bent gelegd. Nou ja, in de wieg, ik moet ook weer niet overdrijven. Dat is iets dat mensen eigen is, maar ik sta daarboven. Hoewel ook dat weer relatief is, je zou kunnen zeggen dat ik eronder sta. En daardoor erboven. Het is zoals stilstaan om vooruit te komen in het leven.

Vroeger, heel vroeger, was het anders. Ik was nog jong, laat ons zeggen een jaar of zeventig, en ik was nog heel, helemaal heel. Ik woonde temidden van mijn familie, al mijn broers, zussen, neven, nichten, tantes, nonkels, grootvaders en grootmoeders, vader en moeder, noem maar op, allemaal gezellig bijeen. Ook toen al maakten we er een erezaak van rechtop te staan. The sky was the limit, zoiets, ja. Jaren hebben we dat volgehouden, zonder moe te worden, zonder neer te gaan. En ging er al eens iemand van de familie tegen de vlakte, dan was het omdat het zo hevig stormde dat er geen houden meer aan was. Wij hieven dan onze armen (‘armen gespreid naar boven heffen en ze van links naar rechts wapperen’) naar de hemel en deden ons beklag tegen wie het ook maar is dat daarboven huishoudt. En als het dan weer rustig werd (‘armen naar beneden laten hangen, ook de schouders, en van links naar rechts wiegen), dan troostten we ons gevallen familielid. Maar die tijden zijn voorbij. Jullie zijn immers gekomen en hebben ons bestaan veranderd. En dat mogen jullie letterlijk nemen!

Zie mij hier nu staan, dat stukje ik, nu, de stoere stoel van bij de dokter. Ik, die ooit beuk mocht zijn, veranderd in een stoel! (‘rondom wijzen bij de volgende opsomming’) Ik, de kast. Ik, de tafel. Ik, bedekking van de vloer. En daar is geld voor betaald! Veel geld! Al moet ik toegeven dat ik nog best wat ben geworden, ik als deze stoel, daar vind ik nog wat genoegen in. Zo kan ik nog blijven staan. Stilstaan, weet je wel, om vooruit te komen. Op een bepaalde manier dan toch.

Uitgevlogen

Na enkele mindere pogingen op blogs elders op het www, tracht ik hier een nieuwe doorstart te maken. Beschouw dit dus als een soort van test. De wereld van het internet kent immers nog veel te veel geheimen voor me. Maar als het moet en ik heb het beloofd, tja, dan moet ik er ook achter aan gaan. Met veel plezier overigens.
Genoeg geleuterd, ik kijk deze boel eens stevig na en post binnenkort meer.

groeten,


Frans Vlinderman

Blogarchief